Muurvoet - licht hellend terrein
Muurvoet - licht hellend terrein
1. Anticapillaire barrière
2. Cementering of luchtdichtheidsfolie
3. Isolerend bouwblok
4. Drainering
5. Membraan met gelaste of gelijmde naden
6. Vochtbestendige en drukvaste spouwvulling
7. Vochtbestendige en drukvaste thermische isolatie
8. Spouwdrainering
9. Eventuele anticapillaire barrière
Op een licht hellend terrein is de situatie vergelijkbaar met de 'toegankelijke' detailleringen (zie detail nr. 4.1, TV 264 p. 58), waarbij de waterdichtheid van het ingegraven deel verzekerd wordt door middel van een membraan met gelaste of gelijmde naden dat opgetrokken wordt tot boven het hoogste niveau van de verharding of de aanaarding rond het gebouw. Vermits de aanhechting van dit membraan op de ondergrond niet bestand is tegen waterdruk, dient men, behalve in zeer doorlatende gronden, een drainering te voorzien tegen de gevelvoet. Bepaalde vloeibaar aangebrachte afdichtingsproducten zijn wel bestand tegen een tijdelijke waterdruk, waardoor ze geen aanvullende drainering vereisen. Belangrijk is wel dat de voorschriften van de fabrikant omtrent de uitvoeringsomstandigheden en de voorbereiding van de ondergrond nauwgezet opgevolgd worden.
In voorkomend geval kan de spouwdrainering aangebracht worden boven het hoogste niveau van de verharding/aanaarding.
Net zoals bij sterk hellende terreinen is de weg van de minste thermische weerstand bij licht hellende terreinen doorgaans meer dan 1 m lang, zodat er onderaan de draagmuur niet steeds een isolerend bouwblok vereist is (zie detail nr. 3.3, TV 264 p. 54).